appreteren
- Geluid: appreteren (hulp, bestand)
- ap·pre·te·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
appreteren |
appreteerde |
geappreteerd |
zwak -d | volledig |
appreteren
- overgankelijk (textielindustrie) nader behandelen, afwerken, verstevigen
Apprêteren
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord appreteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.