appelbol
- Geluid: appelbol (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑpəlˌbɔl / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈɑ.pɔɫ.ˌbɔɫ/, /ˈɑ.pəɫ.ˌbɔɫ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɑ.pəɫ.ˌbɔɫ/
- (Limburg): /ˈɑ.pəl.ˌbɔl/
- ap·pel·bol
- samenstelling van appel en bol
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | appelbol | appelbollen |
verkleinwoord | appelbolletje | appelbolletjes |
de appelbol m
- (voeding) een gebak dat uit een binnenkant van een met een appelboor uitgeholde appel en een buitenkant van bladerdeeg bestaat
- Vaak wordt er in een appelbol ook suiker en kaneel gedaan.
- Het woord appelbol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "appelbol" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be