appartementsrecht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ap·par·te·ments·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord appartementsrecht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

appartementsrecht

  1. (juridisch) de rechten en plichten die iemand heeft in een vereniging van eigenaren; het verdelen van het eigendomsrecht van een gebouw in meerdere delen
     In tegenstelling tot een particuliere huiseigenaar is een vve-lid niet volledig baas over de eigen woning, maar deelt de verantwoordelijkheid en zeggenschap met alle bewoners van het wooncomplex. Dit 'appartementsrecht' betekent dat huiseigenaren gezamenlijk beslissen over uitgaven voor onderhoud, maar ook voor verduurzaming.[1]
     De rechter in Amsterdam heeft bepaald dat de eigenaar van een etage in een appartementencomplex zijn huis uit moet. Hij mag niet langer gebruik maken van zijn appartementsrecht. Wel mag hij zijn etage aan anderen verhuren.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Ties Keyzer
    “Problemen binnen vve's hinderen verduurzaming Nederlandse woningen” (Vrijdag 2 september, 19:03), NOS
  2.   Weblink bron “Overlastgever moet van koopetage af” (Donderdag 22 september 2011, 18:29), NOS