apertuurantenne
- aper·tuur·an·ten·ne
- samenstelling van apertuur en antenne
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | apertuurantenne | apertuurantennes |
verkleinwoord | apertuurantennetje | apertuurantennetjes |
- (natuurkunde), (elektronica) een soortnaam van antennetypen voor zeer hoge frequenties. De eigenschappen worden bepaald door de vorm en afmetingen van de opengelaten ruimte(n) in een geleidend vlak of golfgeleider
- Bij een apertuurantenne zijn de afmetingen van de straler of reflector groot t.o.v. van de golflengte van het uitgezonden of ontvangen signaal.
1. apertuurantenne
- Het woord 'apertuurantenne' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.