Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • an·til·len·dik·bek·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord antillendikbekje antillendikbekjes

Zelfstandig naamwoord

het antillendikbekjeo dim. tant.

  1. (zangvogels) Loxigilla noctis   een zangvogel uit de familie Thraupidae   (tangaren). Deze soort is endemisch op de Kleine Antillen en telt 8 ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie