anti-inflammatoir
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- an·ti - in·flam·ma·toir
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van inflammatoir met het voorvoegsel anti-
Bijvoeglijk naamwoord
anti-inflammatoir
- (medisch) wat ontsteking tegengaat
Vertalingen
1. (medisch) wat ontsteking tegengaat
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord anti-inflammatoir staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.