antennehoogte
- an·ten·ne·hoog·te
- samenstelling van antenne en hoogte
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | antennehoogte | antennehoogten |
verkleinwoord | antennehoogtetje | antennehoogtetjes |
de antennehoogte v
- (natuurkunde), (elektronica) de vrije hoogte zonder obstakels, van een antenne boven land of zee
- De belang van de antennehoogte is ondermeer afhankelijk van de werkfrequentie.
1. de vrije hoogte van een antenne
- Het woord 'antennehoogte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.