• an·ten·ne·hoog·te
enkelvoud meervoud
naamwoord antennehoogte antennehoogten
verkleinwoord antennehoogtetje antennehoogtetjes

de antennehoogtev

  1. (natuurkunde), (elektronica) de vrije hoogte zonder obstakels, van een antenne boven land of zee
    • De belang van de antennehoogte is ondermeer afhankelijk van de werkfrequentie.