ansichtkaart
- an·sicht·kaart
- samenstelling van ansicht en kaart
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ansichtkaart | ansichtkaarten |
verkleinwoord | ansichtkaartje | ansichtkaartjes |
- een postkaart met een afbeelding
1. een postkaart met een afbeelding
- Het woord ansichtkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ansichtkaart" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 25
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be