[2] ankerkruis
  • an·ker·kruis
enkelvoud meervoud
naamwoord ankerkruis ankerkruizen
ankerkruisen
verkleinwoord

het ankerkruiso [1]

  1. (scheepvaart) plaats waar de armen van een anker zich verenigen met de schacht
  2. (heraldiek) een kruis waarvan de armen aan de uiteinden zijn gespleten (gevorkt)