andrieskruis
- an·dries·kruis
- samenstelling van Andries en en kruis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | andrieskruis | andrieskruizen andrieskruisen |
verkleinwoord |
het andrieskruis o
- schuin kruis dat bij houtverbindingen wordt gebruikt
- (heraldiek) schuin kruis dat bestaat uit twee diagonale balken
- (spoorwegen) markering van een spoorwegovergang
- Het woord 'andrieskruis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.