amateurdichter
- ama·teur·dich·ter
- samenstelling van amateur zn en dichter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | amateurdichter | amateurdichters |
verkleinwoord | amateurdichtertje | amateurdichtertjes |
de amateurdichter m
- iemand die voor zijn eigen plezier gedichten schrijft
- ▸ In een cable van 28 juli 2009 staat dat "voor het eerst in de recente geschiedenis" een journalist werd vastgezet wegens smaad. "En een amateurdichter werd voor drie maanden opgesloten, omdat hij president Mubarak zou hebben belasterd", zo valt te lezen.[1]
- Het woord 'amateurdichter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Egypte ervaren in het vervolgen van bloggers” (Vrijdag 28 januari 2011, 20:00), NOS