allonge
- al·lon·ge
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | allonge | allonges |
verkleinwoord | - | - |
- verlengstuk, verlenging
- (handel) verlengstuk aan een wissel
- blad in een boek dat kan worden uitgevouwen
- (scheikunde) verbinding tussen koeler en verzamelvat bij distillatie
- Het woord allonge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
vervoeging van |
---|
allonger |
allonge