allongepruik
- al·lon·ge·pruik
- samenstelling van allonge zn en pruik zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | allongepruik | allongepruiken |
verkleinwoord | allongepruikje | allongepruikjes |
- een pruik met krullen tot aan de schouders die in de mode kwam in de tijd van Lodewijk XIV van Frankrijk
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord 'allongepruik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.