alleszins
- al·les·zins
- samenstelling van alles en zin met het achtervoegsel -s [1]
alleszins
- in elk geval
- We danken u alleszins voor uw bijdrage.
- in ieder opzicht, totaal, helemaal
- Zijn verklaring was alleszins duidelijk.
- ▸ We bevielen elkaar wel en het werd een alleszins bevredigende verhouding.[2]
- ja, zeker
- Bent u van plan te komen? -- Alleszins!
1.
- Het woord alleszins staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "alleszins" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ alleszins op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Victoria Holt“Minnares van de duivel” (1982), Saga, ISBN 9788726484731
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be