alarmsein
- alarm·sein
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alarmsein | alarmseinen |
verkleinwoord |
het alarmsein o
- een auditief of visueel teken dat aangeeft dat er gevaar dreigt
- De kop ”Onderwijsvrijheid serieus in gevaar” (RD 23-5) deed me schrikken. Een alarmsein over het christelijk onderwijs! Is men zich er wel voldoende van bewust hoeveel leed men een groot gedeelte van ons volk hiermee zou aandoen? [2]
- 'Wanneer een alarmsein binnenkomt, belt de centrale enkele geprogrammeerde nummers op om bevestiging', zegt brandweercommandant Bart van Hauwermeiren. 'In dit geval waren dat de koster en de pastoor. Maar die waren niet bereikbaar. Er werd dus meteen groot alarm geslagen. Een kerkbrand is niet niks.' [3]
1.
- Het woord alarmsein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "alarmsein" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad 28-05-2009 Ruimtevaart
- ↑ De Standaard 15 APRIL 2009 Wierookwalm doet brandalarm tijdens uitvaart afgaan
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be