akkerrand
  • ak·ker·rand
enkelvoud meervoud
naamwoord akkerrand akkerranden
verkleinwoord akkerrandje akkerrandjes

de akkerrandm [1]

  1. (landbouw) de grens van een landbouwperceel
     De weg buigt af, laat de akkerrand achter zich en leidt naar het bos.[2]
     De afgelopen jaren hebben boeren in de Hoeksche Waard subsidies gekregen van onder andere de Europese Unie om de randen van hun akkers in te zaaien met bloemen en kruiden. De akkerranden trekken insecten en vogels aan en zorgen voor meer opslag van CO2 in de bodem.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026356186
  3.   Weblink bron “Bloemstroken leveren de samenleving veel op, maar de boer is er druk mee” (vrijdag 8 september 2023, 16:56), NOS