• (IPA in voorbereiding)
  • ak·ker·kla·ver
enkelvoud meervoud
naamwoord akkerklaver akkerklavers
verkleinwoord akkerklavertje akkerklavertjes

de akkerklaverv / m [1] [2]

  1. (bloemplanten) Trifolium aureum   een plant uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae  ) die van nature voorkomt in heel Europa, behalve in het noorden. Het plantje komt voornamelijk voor in graslanden, akkers en op rotsige hellingen en is een zon- en zuurminnende plant. De plant lijkt veel op liggende klaver, maar de stengels van akkerklaver zijn steviger en staan rechter overeind