afwikkelbaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·wik·kel·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van afwikkelen met het achtervoegsel -baar
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | afwikkelbaar | afwikkelbaarder | afwikkelbaarst |
| verbogen | afwikkelbare | afwikkelbaardere | afwikkelbaarste |
| partitief | afwikkelbaars | afwikkelbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
afwikkelbaar
- (wiskunde) wat zonder knippen agebeeld kan worden op een platvlak
- afrolbaar
- Als je het beginnetje hebt gevonden is het plakbandrolletje verder eenvoudig afwikkelbaar.
Gangbaarheid
- Het woord 'afwikkelbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.