afwijsbaar
- Geluid: afwijsbaar (hulp, bestand)
- af·wijs·baar
- Naamwoord van handeling van afwijzen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | afwijsbaar | afwijsbaarder | afwijsbaarst |
verbogen | afwijsbare | afwijsbaardere | afwijsbaarste |
partitief | afwijsbaars | afwijsbaarders | - |
afwijsbaar
- dat iets af te keuren is
- De op juridische gronden mogelijk afwijsbare koppeling Golfcrisis-Palestijnse kwestie laat onverlet dat, het rechtsgevoel aansprekende criteria uit Palestijnse optiek onveranderlijk haar bestaansrecht blijven opeisen.[1]
- Het woord 'afwijsbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ E. G. Talens NRC 15 januari 1991