• af·scha·du·wing
enkelvoud meervoud
naamwoord afschaduwing afschaduwingen
verkleinwoord

de afschaduwingv

  1. iets dat een teken is van, of een gevolg van iets anders
     De huwelijksliefde is een afschaduwing van Gods liefde voor ons, en dus in principe goed, ja heilig. (Het Hooglied kunt u betrekken op de Heere Jezus en Zijn gemeente, maar oorspronkelijk gaat het over de liefde tussen een man en een vrouw.)[3]
     De eerste is om met minder materiaal meer te doen (1), en daarvoor gebruik te maken van scharniermomenten (2). Scharniermomenten zijn onderwerpen, ontwikkelingen en verschijnselen waarin de kern van een vak heel duidelijk naar voren komt. Werk waar enigszins mogelijk met authentiek materiaal (3), besteed daar veel aandacht aan (4) en betrek daar de ‘hele mens’ bij, met hart, hoofd en handen (5). Laat tekenen van hoop en verlossing zien als afschaduwing van en vooruitwijzing naar de toekomst des Heeren (6) en ontmasker onchristelijke trends in eigen leven en in de omringende wereld (7).[4]
  1. teken, gevolg, resultaat
56 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron
    Dr. Pieter J. Lalleman
    “Weerwoord: Zijn christenen tegen Valentijnsdag?” (09-02-2018), Reformatorisch Dagblad
  4.   Weblink bron
    Dr. ir. Piet Murre
    “Werk als christelijke docent met authentiek materiaal” (11-04-2019), Reformatorisch Dagblad
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be