afleveringsdatum
- af·le·ve·rings·da·tum
- samenstelling van aflevering zn en datum zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afleveringsdatum | afleveringsdatums |
verkleinwoord |
de afleveringsdatum m
- dag dat iets bezorgd of geleverd wordt dat men heeft gekocht of besteld
- Het woord 'afleveringsdatum' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.