afleesapparaat
- af·lees·ap·pa·raat
- samenstelling van aflezen zn en apparaat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afleesapparaat | afleesapparaten |
verkleinwoord | afleesapparaatje | afleesapparaatjes |
het afleesapparaat o
- toestel waarmee men de meetwaardes van een meetinstrument kan waarnemen
- Het woord afleesapparaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.