• af·le·zen

aflezen

  1. de meetwaarde bepalen door te kijken naar een meetapparaat
  2. door kijken een waarde van iets bepalen
     De figuur die die geweldige consternatie teweeg had gebracht was een man van wiens gezicht je de leeftijd niet gemakkelijk kon aflezen, hij had vijftig kunnen zijn maar net zo goed dertig, hij was gekleed in een zwarte mantel en een eveneens zwarte coltrui en pantalon van een, zo op het eerste gezicht, goede kwaliteit wol.[1]
97 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]
  1. Safae el Khannoussi
    “Oroppa” (2024), Uitgeverij Pluim op Wikipedia, ISBN 9789493339125
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be