afleesinstrument

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  afleesinstrument    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·lees·in·stru·ment

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  aflezen ww  en  instrument zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	afleesinstrument	afleesinstrumenten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het afleesinstrument o

1. toestel waarmee men meetwaardes van een meetinstrument kan bepalen

Synoniemen

• afleesapparatuur

Gangbaarheid

• Het woord afleesinstrument staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.