afgraving bij de Sint Pietersberg
  • af·gra·ving
enkelvoud meervoud
naamwoord afgraving afgravingen
verkleinwoord

de afgravingv

  1. een stuk land waarvan de grond verwijderd is, of waar men nog steeds aan het graven is
    • In het muur-toerisme zag hij nieuwe kansen. Zijn familie protesteerde fel, de dorpelingen lachten hem uit, omdat de torens en de muur hier bijkans onbereikbaar zijn. Maar hij zette door, zoals hij in de jaren tachtig de ontginning van de mijnen in deze verlaten, doodarme streek doorzette. Toevallige, archeologische ontdekkingen bij de aanleg van een weg en de afgraving van een berg sterkten hem in zijn plannen.[2] 
97 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Oscar Garschagen 29 april 2016
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be