• adop·tie·doch·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord adoptiedochter adoptiedochters
verkleinwoord adoptiedochtertje adoptiedochtertjes

de adoptiedochterv

  1. (familie) vrouwelijk kind dat men aanneemt als een eigen kind
     Nu is ze een dorpelinge met haar eigen bedrijfje en een adoptiedochter, en Gote een vriend met een ruimte-innemend proces.[1]
     Vanuit het weeshuis wordt nog altijd geadopteerd, voornamelijk naar de VS. Een Amerikaans stel ontmoet hun adoptiedochter van acht jaar voor het eerst na een procedure van drie jaar. Het meisje springt in de armen van haar adoptiemoeder en komt tijdens ons gesprek met de ouders telkens vrolijk aanhollen.[2]
  1. “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026356186
  2.   Weblink bron “Adoptiekinderen Haïti: dna-match is enige hoop op hereniging” (zondag 2 juni 2019, 15:55), NOS