ademhalingsmasker

Nederlands

 
ademhalingsmasker
Uitspraak
Woordafbreking
  • adem·ha·lings·mas·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ademhalingsmasker ademhalingsmaskers
verkleinwoord ademhalingsmaskertje ademhalingsmaskertjes

Zelfstandig naamwoord

het ademhalingsmaskero

  1. masker met filter dat de ademhalingslucht zuivert of waardoor zuivere lucht wordt toegevoerd
     GESCHER - Bij een slopersbedrijf in de Duitse plaats Gescher zijn in de nacht van maandag op dinsdag 2000 ademhalingsmaskers gestolen.[1]
     Aan de trams wordt al langere tijd gewerkt met beschermende maatregelen, zoals ademhalingsmaskers, een overall en handschoenen. Een gespecialiseerd bureau onderzoekt of werknemers desondanks aan chroom-6 zijn blootgesteld. Mogelijk moeten er extra maatregelen worden genomen.[2]
     3M, de maker van mondkapjes, gaat zijn productie van grotere ademhalingsmaskers voor de zorg in een jaar verdubbelen tot twee miljard stuks.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Sjoerd van der Werf
    “Duizenden ademmaskers gestolen bij Duits bedrijf” (18-03-2020), Tubantia
  2.   Weblink bron “Werk aan trams GVB stil om chroom-6” (29 aug. 2019), De Telegraaf
  3.   Weblink bron “3M: binnen jaar twee miljard mondmaskers” (26 mei 2020), De Telegraaf