acrofobie
- acro·fo·bie
- van Neolatijn acrophobia, gevormd met -ia uit Oudgrieks ἄκρον (ákron) "piek, top" en φόβος (fóbos) "angst" [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | acrofobie | - |
verkleinwoord | - | - |
de acrofobie v
- (psychologie) overmatige angst om op een hoge plaats te zijn
- ▸ En zo kan in een behandeling van tweeënhalf uur, waarvan een groot deel voorgesprek en uitrusten na de pil en slechts luttele minuten blootstelling, iemand van een angst afgeholpen worden. (…) Om iemand bloot te stellen, moet je die angst wel kunnen opwekken. „We hebben virtual reality geprobeerd, maar dat is niet hetzelfde als het echte werk”, zegt Kroese. „We hebben daarom een samenwerking met diverse hondeneigenaren en een duiventemmer, die langskomen met hun dieren. Een vogelspin, voor mensen met arachnofobie, en muizen hebben we zelf in huis.” Ook hebben ze toegang tot een lift en daarmee tot een plek op hoogte, voor mensen met acrofobie.[2]
- Het woord acrofobie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ acrofobie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Sarah Ouwerkerk“Braken voor geld, kliniek zoekt overgever” (26 september 2022) op nrc.nl