achterzet
- ach·ter·zet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterzet | achterzetten |
verkleinwoord |
de achterzet m
- bal die vanaf de achterlijn in achterwaartse richting voor het doel wordt gebracht
vervoeging van |
---|
achterzetten |
achterzet
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achterzetten
- ... dat ik achterzet.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achterzetten
- ... dat jij achterzet.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achterzetten
- ... dat hij achterzet.
- Het woord achterzet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.