Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
voorzet
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Woordherkomst en -opbouw
1.4
Zelfstandig naamwoord
1.5
Werkwoord
1.6
Gangbaarheid
1.7
Verwijzingen
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
voorzet
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
voor·zet
Woordherkomst en -opbouw
samenstelling
van
voor
en
zet
ww
enkelvoud
meervoud
naamwoord
voorzet
voorzetten
verkleinwoord
voorzetje
voorzetjes
Zelfstandig naamwoord
de
voorzet
m
(sport) trap of worp waardoor de bal bij een medespeler komt die kan scoren
Bij het afwerken vanuit een
voorzet
is het belangrijk dat de speler die de voorzet geeft eerst opkijkt, dat is het moment van lopen voor de mensen voor de goal.
Werkwoord
vervoeging van
voorzetten
voorzet
(in een bijzin)
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
voorzetten
... dat ik
voorzet
.
(in een bijzin)
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
voorzetten
... dat jij
voorzet
.
(in een bijzin)
derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
voorzetten
... dat hij
voorzet
.
Gangbaarheid
Het woord
voorzet
staat in de
Woordenlijst Nederlandse Taal
van de Nederlandse Taalunie.
In
onderzoek uit 2013
van het
Centrum voor Leesonderzoek
werd "voorzet" herkend door:
99 %
van de Nederlanders;
99 %
van de Vlamingen.
[
1
]
Verwijzingen
↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019
“Word Prevalence Values” op ugent.be