achtervolgingswedstrijd

  • ach·ter·vol·gings·wed·strijd
enkelvoud meervoud
naamwoord achtervolgingswedstrijd achtervolgingswedstrijden
verkleinwoord

de achtervolgingswedstrijdm

  1. (sport) wedstrijd waar bij de twee schaatsers of schaatsploegen bij de start aan de tegenover elkaar gelegen zijde van de schaatsbaan starten
     „Het past niet in dit drukke World Cup-weekend. In deze fase van het seizoen vijf afstanden rijden is me te gortig.” Verweij komt ook uit op de 1000 en 1500 meter en reed eerder vanmiddag de achtervolgingswedstrijd. Met een halve én finale op de massastart zou hij vijf afstanden afwerken.[2]
     Anema kreeg als schaatscoach van Frankrijk een waarschuwing nadat hij bij de Winterspelen van Sotsji afspraken met Nederland wilde maken over het verloop van de achtervolgingswedstrijd tussen beide landen. „Het is niet eens een storm in een glas water, er wordt slechts geroerd met een lepeltje. Het is een situatie van vier jaar geleden waarvan we gezegd hebben: dat is afgedaan. Nu komt het weer boven. Het is voor mij een open wond, want ik vond het niet terecht.”[3]
  2. (sport) wedstrijd waar bij de twee baanwielrenners bij de start aan de tegenover elkaar gelegen zijde van de wielerbaan starten
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Koen Verweij meldt zich af voor massastart” (10-11-2017), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Mark Caldenhoven
    “'Gele kaart voor een schouderduw, niet voor een kopstoot'” (17-02-2018), Tubantia