achtervolger
- Geluid: achtervolger (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɑxtərˈvɔlɣər / (4 lettergrepen)
- ach·ter·vol·ger
- Naamwoord van handeling van achtervolgen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achtervolger | achtervolgers |
verkleinwoord | achtervolgertje | achtervolgertjes |
de achtervolger m
- iemand die achter iemand anders aan gaat
- De dief wist zijn achtervolgers voor te blijven.
- ▸ De achteropkomende achtervolgers deinsden geschrokken terug toen hij met de beitel begon te zwaaien.[1]
1.
- Het woord achtervolger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "achtervolger" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be