(scheepvaart) verblijfsruimte voor opvarenden in het achterste deel vam een pleziervaartuig
▸Alleen de stuurhut bevindt zich op een ander niveau dan de andere ruimten, zodat eenmaal afgedaald er zonder niveauverschillen van de voor- naar de achterkajuit kan worden gelopen.[2]
▸Er is keuze uit twee verschillende versies, een met een enkele achterkajuit en een met twee symmetrische achterkajuiten.[3]
(scheepvaart) verblijfsruimte voor passagiers in het achterste deel van een passagiersschip
▸⧖ De bel luidde herhaalde malen en de menigte vermeerderde langs hoe meer, de voor- en achterkajuit konden de vroolijke reizigers niet bevatten en menige vroolijke gast en jeugdig paar, moest zich op het dek behelpen.[4]
(scheepvaart)(historisch) achterste gedeelte van de verblijfsruimte van de kapitein en soms ook andere leidinggevenden op een schip
▸Fluiten die meevoeren in de retourvloot moesten een grote achterkajuit hebben, om alle officieren te kunnen herbergen.[5]
“Een droevige Pinksteren : verhaal van het vergaan van de Capelsche stoomboot "De Langstraat", op het Hollandsche Diep, op Pinksterdag 28 Mei 1860” (1939), J.P. v.d. Tol Jzn., Oud Beijerland, p. 5