accidenteel
- Geluid: accidenteel (hulp, bestand)
- ac·ci·den·teel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | accidenteel | accidenteler | accidenteelst |
verbogen | accidentele | accidentelere | accidenteelste |
partitief | accidenteels | accidentelers | - |
accidenteel [2]
- bij tijd en wijlen, bij toeval, bijkomstig
- (medisch) als gevolg van een ongeluk
- (muziek) ~e verhoging of verlaging een verhoging of verlaging die niet onderdeel van de toonsoort is maar slechts op een bepaalde plaats in de muziek voorkomt
1.
- Het woord accidenteel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "accidenteel" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ accidenteel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be