• ab·la·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord ablatie ablaties
verkleinwoord ablatietje ablatietjes

de ablatiev

  1. losmaking
  2. (medisch) wegsnijden of verwijderen van weefsel
  3. (medisch) loslating van het netvlies (ablatio retinae)
  4. (geologie) verdwijning van een stof aan het oppervlak van een voorwerp door verdamping, afbrokkeling of een ander erosief proces
  5. (ruimtevaart) aantasting van lichamen die met hypersone snelheid in de atmosfeer terugkeren, (ablatieschild, hitteschild)
  6. passieve bescherming tegen vuur door langzaam afbranden
44 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[2]