aartsarchitect
- Geluid: aartsarchitect (hulp, bestand)
- IPA: / ˈartsɑrxiˌtɛkt / (4 lettergrepen)
- aarts·ar·chi·tect
- intensiverende afleiding van architect met het voorvoegsel aarts-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aartsarchitect | aartsarchitecten |
verkleinwoord | aartsarchitectje | aartsarchitectjes |
aartsarchitect m
- de belangrijkste oftewel hoogste architect, die uitzonderlijke opdrachten krijgt toegewezen
- Vaag heb ik het gevoel dat we hier getuige zijn van de omkering van de 'Ruïnewet van Speer', Hitlers aartsarchitect die gebouwen strategisch ontwierp met het oog op hun vervallen uiterlijk tegen de tijd dat het Derde duizendjarige Rijk zou zijn afgelopen. [1]
1. de belangrijkste architect
- Het woord 'aartsarchitect' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Sierksma, R. (1995). Tropisch Noorden: Een warm onthaal in het paradijs van onze oosterburen, p. 109. Uitg.: Delftse Universitaire Pers, ISBN 9040712069.