aardeekhoorn
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aardeekhoorn (hulp, bestand)
- IPA: / ˈartekhorən / (3 of 4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aard·eek·hoorn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aard zn en eekhoorn zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aardeekhoorn | aardeekhoorns |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de aardeekhoorn m
- (knaagdieren) benaming voor verschillende soorten knaagdieren uit de geslachtengroep Marmotini
- Bij de goudhamster en de aardeekhoorn staan mannetje en wijfje zelfs een paar minuten na de paring alweer zo vijandig tegenover elkaar, dat de liefhebber van deze diersoort er verstandig aan doet, het mannetje onmiddellijk na de paring te verwijderen om te voorkomen dat het meestal grotere en sterkere wijfje hem zal toetakelen. [1]
-
1. De alpenmarmot is een grote aardeekhoorn.
-
1. De siesel is een Europese aardeekhoorn.
Synoniemen
- grondeekhoorn (meer gangbare benaming)
Gangbaarheid
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Rheenen, J. van"Dieren-liefde" in: Algemeen Handelsblad jrg. 138 nr. 44852 (7 juli 1965); p. 14 kol. 2; geraadpleegd 2019-05-24