aardbeienboom
- aard·bei·en·boom
- samenstelling van aardbei en boom met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aardbeienboom | aardbeienbomen |
verkleinwoord | - | - |
de aardbeienboom m
- (bloemplanten) bepaald soort plant, Arbutus unedo uit de heifamilie Ericaceae , een tot 3 m hoge struik of zelden een tot 12 m hoge boom met een matgrijze, gegroefde stam
- aardbeiboom (uitspraakvariant)
1. bepaald soort plant, Arbutus unedo
- Het woord 'aardbeienboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.