aanzweten
- aan·zwe·ten
- samenstelling van aan bw en zweten ww
aanzweten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanzweten |
zweette aan |
aangezweet (aangezweten) * |
zwak -t | volledig |
- (kookkunst) overgankelijk groente (bijvoorbeeld ui) in vet of olie bakken zodanig dat ze glazig worden maar niet bruin worden
- Bij het aanzweten van ui gebruik je een pan met een dikke bodem je laat de boter smelten maar niet bruin worden en moet je met een spatel blijven roeren.
- In de standaardtaal is 'aanzweten' een zwak werkwoord en is het voltooid deelwoord dus 'aangezweet'. [1] Soms wordt voor een stilistisch effect (ritme of nadruk) toch de vorm aangezweten gebruikt. Zulk gebruik van sterke vormen doet zich ook bij enkele andere werkwoorden voor. [2]
- Het woord 'aanzweten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ zweten op website VRT Taalnet: taal.vrt.be; geraadpleegd 2017-06-16
- ↑ Werkwoorden met een zwakke en een sterke vervoeging (algemeen) op website:taaladvies.netgeraadpleegd 2017-06-16