sueren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- su·eren
Woordherkomst en -opbouw
uit het Frans
Werkwoord
sueren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sueren |
sueerde |
gesueerd |
zwak -d | volledig |
- (kookkunst) bakken met boter of olie zonder bruin te laten worden in een pan met deksel en op een laag vuur
Gangbaarheid
- Het woord 'sueren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.