Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·vangs·snel·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanvangssnelheid aanvangssnelheden
verkleinwoord aanvangssnelheidje aanvangssnelheidjes

Zelfstandig naamwoord

de aanvangssnelheidv

  1. de snelheid waarmee iets begint
    • De aanvangssnelheid van de auto was 40 km/h. 

Gangbaarheid

Meer informatie