aanrechtkastje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanrechtkastje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanrɛx(t)ˌkɑʃə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·recht·kast·je
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aanrecht en kastje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanrechtkast | aanrechtkast |
verkleinwoord | aanrechtkastje | aanrechtkastjes |
Zelfstandig naamwoord
het aanrechtkastje o dim. tant.
- een klein kastje in een keukenaanrecht
- De schoonmaakmiddelen liggen in het aanrechtkastje.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanrechtkastje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.