Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·mun·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanmunting aanmuntingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanmuntingv

  1. (numismatiek) het maken van munten van edelmetalen
     De geveilde munt is het enig bekende exemplaar van een zogenaamde 'portugalozer'. Dat is een gouden dukaat die de stad Deventer in 1640 had geslagen. „Voor de aanmunting van dergelijke munten had de Staten-Generaal geen toestemming gegeven”, aldus een woordvoerder van de MPO.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Nederlands muntje uit 1640 levert 160.000 euro op bij veiling” (26-05-2017), Tubantia