aangrijpelijk
- aan·grij·pe·lijk
- afleiding van aangrijpen met het achtervoegsel -lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aangrijpelijk | aangrijpelijker | aangrijpelijkst |
verbogen | aangrijpelijke | aangrijpelijkere | aangrijpelijkste |
partitief | aangrijpelijks | aangrijpelijkers | - |
aangrijpelijk
- van iets dat het je emotioneel raakt
- Het woord aangrijpelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.