• aal·vor·mig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen aalvormig aalvormiger aalvormigst
verbogen aalvormige aalvormigere aalvormigste
partitief aalvormigs aalvormigers -

ˈaalvormig'

  1. de vorm hebben van een aal (lang, en cirkelvormig in doorsnede).