Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • aa·ge·blau·dert
Woordherkomst en -opbouw
  • Pennsylvania-Duitse werkwoordsvorm van aablaudre met het voorvoegsel aa-, met het voorvoegsel ge- en met de woorduitgang -t
Sterke
verbuiging [1]
mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief aageblauderder aageblauderdi aageblauderdes aageblauderde
datief aageblauderdem aageblauderder aageblauderdem aageblauderde
accusatief aageblauderder aageblauderdi aageblauderdes aageblauderde
Zwakke
verbuiging [2]
mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief aageblauderde aageblauderde aageblauderde aageblauderde
datief aageblauderde aageblauderde aageblauderde aageblauderde
accusatief aageblauderde aageblauderde aageblauderde aageblauderde
Gemengde
verbuiging [3]
mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief aageblauderder aageblauderdi aageblauderdes aageblauderde
datief aageblauderde aageblauderde aageblauderde aageblauderde
accusatief aageblauderder aageblauderdi aageblauderdes aageblauderde

Bijvoeglijk naamwoord

aageblaudert

  1. bepraat, overreed, overtuigd

Werkwoord

aageblaudert

  1. voltooid (verleden) deelwoord van aablaudre [4]

Verwijzingen

  1. zonder lidwoord
  2. met bepaald lidwoord
  3. met onbepaald lidwoord: ein, kein, mein, dein, sein, ihr (v, enk), unser, euer, ihr (mv), Ihr
  4. Het voltooid deelwoord aageblaudert wordt gecombineerd met een persoonsvorm van het hulpwerkwoord  hawwe ww .