aadler
- aad·ler
- (verkorting) adelaar, mogelijk onder invloed van Duits Adler
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aadler | aadlers |
verkleinwoord |
de aadler m
- (dichterlijk) (verouderd) grote, havikachtige roofvogel, als symbool van verheven macht
- Het woord 'aadler' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron HasebroekWinterbloemen : Hooge poëzie in:Willem van den Berg & Piet CouttenierAlles is taal geworden. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1800-1900., 2de druk (2016), Bert Bakker, Amsterdam, ISBN 9789035133594, p. 514