Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Ti·be·taan·se haas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Tibetaanse haas Tibetaanse hazen
verkleinwoord Tibetaans haasje Tibetaanse haasjes

Zelfstandig naamwoord

Tibetaanse haas m / o

  1. (haasachtigen) Lepus oiostolus   een haasachtige uit de familie van de hazen en konijnen (Leporidae). De wolhaas leeft verspreid over het Tibetaans Plateau tot aan de rand van het westen van Sichuan en zuiden van de Gobiwoestijn, in de Himalaya, Karakoram en de oostelijke Pamir
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie