Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ti·be·taan·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Tibetaanse (Tibetaansen)
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Tibetaansev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Tibet, of een vrouw afkomstig uit Tibet
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Tibetaanse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Tibetaans

Meer informatie

Gangbaarheid