Tibetaan

Niet te verwarren met: tibetaan

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Tibetaan    (hulp, bestand)
• IPA: / tibɛˈtan / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• Ti·be·taan

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van Tibet met het achtervoegsel -aan

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Tibetaan	Tibetanen
verkleinwoord	Tibetaantje	Tibetaantjes

Zelfstandig naamwoord

de Tibetaan m

1. (demoniem) inwoner van Tibet, of iemand afkomstig uit Tibet

Verwante begrippen

Demoniemen bij Tibet in het Nederlands
inwoner: Tibetaan • inwoonster: Tibetaanse • bijvoeglijk: Tibetaans

Vertalingen

    1. een inwoner van Tibet, of iemand afkomstig uit Tibet   

Engels: Tibetan (en) Pools: Tybetańczyk (pl)

Slowaaks: Tibeťan (sk) m Tsjechisch: Tibeťan (cs) m bezield

Gangbaarheid

• Het woord Tibetaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.